Van al dat Soete

Van al dat Soete: de kraamkamer van mijn poppen

Graag stel ik mij aan u voor: mijn naam is Joke van der Veer. In mijn woonstee in Drenthe komen mijn poppen uit de wol.

Wat daaraan vooraf ging

Na het doorlopen van de Kon. Kunstacademie heb ik mij toegelegd op verdere ontplooiing van diverse kunstterreinen. In die periode bezochten mijn kinderen de Vrije School. Deze bakermat van de Zonnekindpop, bood mij de inspiratie en ideeën om, in eerste instantie op basis van het Steiner gedachtegoed, met mijn poppen aan de slag te gaan.

Dertig jaar later

Pas zoveel later ontdekte ik bij toeval op internet dat de Zonnekindpop nu een merknaam geworden is en alleen zo mag heten als hij aan bepaalde voorwaarden voldoet. Dat deze poppen intussen ook overal bekend zijn als Waldorfpoppen (of Waldorf-like) en een wereldwijde ontwikkeling hebben doorgemaakt. Een nieuw verschijnsel nu ook kunstenaars zich met dit concept bezig zijn gaan houden. Zij voelen zich niet altijd gebonden aan de antroposofische leer van Rudolf Steiner of de Vrije scholen, maar streven wel naar de bijzondere schoonheid die deze poppen nu eenmaal vertegenwoordigen. Over de gehele wereld genieten zij inmiddels bekendheid en zijn ze hip en razend populair. Het prille onschuldige kindje, de kleine baby in pluizig mohair gewikkeld, het doddige kleine meisje met de poezelige oogopslag of het ondeugende jongetje met de rode kuif en de flapoortjes.

Met steeds meer middelen wordt uitdrukking gegeven aan al dat zoets. Nog steeds zie je ze op de klassieke manier, mooie eenvoudige poppen met gezichtjes die geen speciale uitdrukking laten zien. Maar bij de moderne poppen worden de gezichtjes soms extra gemodelleerd, een bewerkelijk proces dat wolvilten heet. Ineens heeft het ronde kopje een neus, een lekker uitgesproken zuigmondje, een rank nekje of een draaibaar hoofd. Het pruikje is niet meer traditioneel uit breiwol gemaakt maar de keuze is opmerkelijk breder geworden. Speciaal ontwikkelde wol voor pruikjes, lange sluike haren van het IJslandse schaap, dure alpaca, zachte mohair, kameel, yak of zelfs zijde. De oogjes zijn niet meer de twee standaard blauwe puntjes met kleurpotlood en het mondje hoeft niet perse een streepje of een v-tje te zijn. Er wordt geborduurd! De pop gaat los: wat eerst uitdrukkingloos moest zijn, mag ook anders.

Dat publieke enthousiasme heeft er mede toe geleid dat niet alleen moeders en hun kinderen die poppen maken; iedereen die er plezier in heeft maakt tegenwoordig Waldorfpoppen. Men verzint zelf een vrolijk poppenkind of wendt zich tot een kunstenaar en koopt een patroon met beschrijving. En hiermee wordt de Waldorfpop soms nog meer dan een kameraadje voor het opgroeiende kind. Iets dat zo tot de verbeelding spreekt, zo zoet, zo innig en zo’n lust voor het oog, kan ook de poppenhoek ontstijgen en zelfs tot een geliefd verzamelobject worden. Iets om mee te spelen maar ook om vaak naar te kijken, lekker bij je te hebben.

Voor je het weet...

En voor je het weet zit je op Pinterest te googelen naar al dat moois. En kijk je op Etsy wat er te koop staat. En je bekijkt de websites van de mensen die alsmaar met deze poppen bezig zijn. En je kijkt eens naar je kleindochter die nog geen popje heeft. En je begint eens de Zonnekindpop van haar moeder een schoonmaakbeurtje te geven om dan te ontdekken dat de conditie reuze meevalt. Er zijn wat kleertjes kwijt, de hamster heeft wat weggeknaagd. De pop zelf is intact. Je komt tot het besluit dat het kleinkind er ook een nieuw popje bij moet hebben.

Ja, het lijkt raar, maar zo is het bij mij begonnen. Inmiddels heb ik mij alweer een aantal jaartjes in deze poppenmaterie vastgebeten. Stukje bij beetje ben ik gaan oefenen. Eerst op basis van wat ik er nog van wist. Daarna met hoe ik het anders wilde.

En dat anders willen werd een traject van steeds opnieuw proberen, nieuwe technieken oefenen, verbeteren en aanpassen. Op een dag heb je dan de pop die klopt! Eentje die er uitziet zoals je hem of haar bedoeld had. Maar daar gaan wel een paar jaar overheen.

De poppen van Van al dat Soete

Die zitten, om maar mee te beginnen, goed in elkaar. Net als de meeste andere poppen in dit genre zijn ze gemaakt van de mooiste materialen. Gevoerd met wol van Drentse schapen die hier nog een goed leven hebben. Maar meer nog: deze poppen zijn gevoerd, wat hun vormvastheid garandeert. De hoofdjes van de grote poppen zijn draaibaar, de ledenmaten veel beweeglijker dan van plastic poppen. Vanzelfsprekend zijn ze met liefde, aandacht en grote zorgvuldigheid gemaakt. Vóór alles zijn het zoetertjes, maar er is meer.

Mensen roepen vaak: ’t is net alsof ze leven!’ Ja, maar dat is nou net de bedoeling. Elke pop is gemaakt op persoonlijkheid. Zoet, maar niet alleen maar zoet. Knuffelbaar, snuffelbaar, maar ook enig in hun soort. Het karaktertje zit er al in. En ze ruiken heerlijk. Schapenwol is magisch. Het doorstaat niet alleen de tand des tijds maar het heeft ook een heel speciaal, lekker luchtje waar kinderen (en dieren) verzot op zijn. Die heel speciale geur verdwijnt niet maar neemt wel het luchtje van uw kind op. Ook is bekend dat wol warmte vast kan houden. Dat maakt de pop nog meer “eigen”, wat een plastic pop nooit kan waarmaken. Ach, er is zoveel te zeggen voor deze poppen. Maar kijkt u zelf eens rond. Van al dat Soete begon met een idee. En dat idee werd ... deze pop. Misschien wel uw pop.